vrijdag 31 mei 2013

Jeuk

De zware reistas verlichtte zijn leven/Op de Periferique op Zwarte Zaterdag/Papa? Ja? Zijn we er al?


Een vakantieverhaal in zes woorden. Kom er maar om. De Nightwriters Sixwordstory was nog geen etmaal oud en er waren al duizenden inzendingen. Ook ik heb me dagen geamuseerd op de fiets. Een verhaal verzinnen dat net niet op een hand te tellen is. Kom er maar om.

De sixwordstory komt van Hemingway. Die bedacht ooit: For sale: baby shoes. Never worn. De kunst van een goede sixwordstory is dat ie je aan het denken zet. Dat je er meerdere verhaallijnen in kunt ontdekken, afhankelijk van hoe je geest in elkaar zit. Wat is er met die baby gebeurd? Dood geboren? Verminkte voetjes? Of juist lichtvoetig: het kind was een jonge Imelda Marcos en groeide uit haar collectie voordat ze ze maar gedragen had?

Een verhaaltje waar je de hele dag over na kunt denken. Want dat is wat verhalen moeten doen. Ze moeten je onder de huid gaan zitten, jeuken bijna, je dwingen tot krabben, tot nadenken.

Het winnende verhaal van de sixwordstory (Hoeveel fooi hebben we nu gegeven?) laat zien hoe moeilijk het is. Zet het je aan het denken? Kun je er meerdere verhaallijnen in ontdekken? Prikkelt het je fantasie? De kritische reacties op internet waren niet van de lucht.

Ik heb weinig op met de discussie wat echte literatuur is. Literatuur is niet wetenschappelijk. Het aantal toegepaste stijlfiguren zegt iets over de kunde van de auteur, maar niet per se iets over het effect dat het boek teweeg brengt. Je hoeft geen moeilijke tangconstructies te hanteren om iemand in de tang te nemen en vast te houden. Om het boek een langer leven te geven dan het lezen alleen. Zes woorden of 600.000 zoals de Vijftig Tinten Grijs trilogie. Het maakt niet uit. Als ze maar blijven plakken na het omslaan van de laatste pagina.

Heel eerlijk weet ik niet of al die boeken dat wel doen. Of we niet uit gemakzucht lezen, de werkelijkheid ontvluchten in pagina’s met het etiket literatuur waar niet te veel nadenken voor nodig is.

De wereld verandert en daarmee ook dat wat wij willen consumeren. Waren wij vroeger dol op balkenbrij, verguisden we het enkele decennia later, nu serveren we het weer als delicatesse in sterrenrestaurants. Zou het met literatuur ook zo gaan? Zitten we in het tijdperk van het gemak? Het tijdperk waarin hersens kraken pijn doet, aangezien we het al zo zwaar hebben? Waarin sixwordstories niet meer dan grappige one liners zijn en boeken diagonaal net zo goed te begrijpen zijn als woord voor woord? Of komen er weer andere dagen waarin we er wel weer voor durven te kiezen? Voor elk woord wat er toe doet?

Wie zal het zeggen? Voorspellen is niet mijn vak. En ook voor hen waar dat wel voor geldt is het niet eenvoudig. Immers, de meteorologische zomer begint 1 juni. Of dat feit onderbouwd wordt met het bijbehorende weertype is de grote vraag. Hoe het ook zij, ik wens je een mooie zomer. En mocht je aan zee, op de camping of in de stad even anticyclisch gedrag willen vertonen, lees mijn verhalenbundel: Tot de dood ons scheidt. Zes korte verhalen. Bij het schrijven over elk woord nagedacht. Misschien doet het je jeuken. Zelfs krabben. Hopelijk zet het je aan tot denken.

donderdag 2 mei 2013

Crisis

Het zijn vooral de symbolen die een glimlach, of erger, hoongelach tot gevolg hebben. De motor, het leren jasje, de cabriolet, het baardje. Symbolen die meteen ook het geslacht bepalen. Een midlife crisis is een mannenprobleem. Alles wat ze nog wilden doen maar nooit durfden. Dat kleding de vrouw maakt weten wij al jaren. Het is tijdens de midlife crisis dat de man ook die stap zet. Kleding en gadgets definiëren hem gedurende 3 tot 10 jaar. Verdomd lang om in crisis te zijn, weten we na 2 jaar recessie.

Ook de Kroningsdag heeft het effect van kleding overtuigend aangetoond. Maxima’s keuze maakte Jan Tamineau’s carrière, de hermelijnen mantel overtuigde dat er een koning voor ons stond die klaar was voor zijn taak. Niet langer Prins Pils de brokkenpiloot.

Laatst hoorde ik tijdens een diner met alleen maar vrouwen een jonge griet speechen over de problemen van haar tijd. Krap vijfentwintig, hoezo problemen? Ze sprak over haar quarterline crisis. De oudere vrouwen in het gezelschap schudden misprijzend hun hoofd. Borderline zou ze bedoelen. Dom schaap. Dove kwartel was een betere kwalificatie. Niet van de jonge griet,maar van de oudere dames. De wereld aan je voeten, maar klagen over het feit dat het het allemaal net niet is: Quarterlife crisis.

Bij de meeste mensen bepaalt je afkomst slechts voor een deel je toekomst. Geboren in Nederland heb je betere kansen dan wanneer je wieg op het Afrikaanse continent stond. Overigens is het niet gezegd dat die kansen ook je geluk vergroten. Het net-niet syndroom zul je in de bush in Afrika niet tegen komen. Geboren als dochter van de Koning bepaalt je afkomst je hele toekomst. Negen jaar en al vormelijk knikken wanneer je wordt toegesproken door de voorzitter van de Eerste Kamer. Kom er maar eens om bij een gemiddelde negen jarige.

Net veertig geworden moet ik constateren dat de middelleven crisis niet alleen van de man is. Ik ben nog bij de tijd genoeg om te googlen en leer dat ook vrouwen eraan ten prooi kunnen vallen. De verwerkingstijd van het onverwerkte leed is bij vrouwen wel aanzienlijk korter. 1 tot 5 jaar. Wetende dat vijftig het nieuwe veertig is, is ze dan nog steeds midlife en heeft er alleen maar bij gewonnen. Van Morrison, exponent van mijn generatie, zong het al. Always look on the bright side of life ;)

Waar voor de jongste generatie het leven bestaat uit schermen, ze nieuwe talen bedenken door Nederlands en Engels door elkaar te husselen, ze wel facetimen maar nooit meer bellen, ze elk gevoel voor context ontberen maar wel een nieuwe wereld weten te bouwen op minecraft, daar kan ik nog echt geprikkeld raken door gebrek aan kennis. Aangezien ik pas halverwege inschakelde tijdens de koningsvaart werd ik geplaagd door de vraag wie de vrouw in de rode jurk was. De jongste generatie zag haar als een gegeven. Niet ter zake doende voor hun beleving van de vaart en daarmee onbeduidend.

Gedurende de hele dag zijn er talloze nutteloze beschouwingen gehouden over alles wat er niet gebeurde, deskundigen opgeroepen die nergens verstand van leken te hebben, gepraat over niets. Gedurende de hele koningsvaart is er geen enkele keer herhaald wie de vrouw in het rood was.

We creëren allemaal onze eigen werkelijkheid, niet alleen onze kinderen met hun schermen, zo blijkt. Voor sommige van ons was de vrouw in het rood gewoon de vrouw van Eberhard van der Laan. Wel zo makkelijk. Dat leek mij al te bizar. De vrouw in kwestie vervult geen publiek ambt maar mag wel een hele middag achter de koning en koningin staan? Je kunt wel geen protocol fetisjist zijn maar dit gaat te ver. Mijn werkelijkheid bestond uit de gedachte dat ze wellicht de nanny van de koningskinderen was. Of een beveiliger. Ik zocht het op. Het duurde even voordat ik het vond op internet. De vrouw in het rood is Eye directeur Sandra den Hamer.

Wat brengt mij deze wetenschap? Slaap ik beter? Ben ik gelukkiger? Misschien moet ik leren om net als kinderen irrelevante zaken buiten mijn hersenveld te houden. De wereld simpel houden. Als je drie koningszussen bent, draag je altijd identieke kleding. Dat type simpel. Of werkt dat voor hen uiteindelijk ook niet? Moeten we gaan wennen aan een nog jongere identiteitscrisis? Ben ik mijzelf, of ben ik mijn zus? Ben ik mijn avatar of mijn personage uit Sims? Ben ik dood of heb ik nog vier levens te gaan? Heb ik die baby al gemaakt, of moet ik eerst nog zombies verslaan?

Ik ga vast wat kennis opdoen om de jongste generatie straks te helpen. Met hun tenth-life crisis.