vrijdag 10 februari 2012

De menselijke natuur

Regelmatig dicht ik andere mensen een emotie of zintuigelijke ervaring toe. ‘Die heeft het vast koud, zo zonder muts op de fiets’ of ‘Die moet balen, zo overvallen te worden door een regenbui’. Niets uitzonderlijks, jij doet dat vast ook. Helaas heb ik de rare gewoonte de natuur ook menselijke trekken toe te bedelen.

Ik hou van de stad. Natuur is voor mij niet veel meer dan een woord. Waarover ik als kind het woordrijmpje leerde: “Wanneer ik in de natuur een regenwolk na tuur, denk ik, het wordt een nat uur”. Ongeveer van een even dichterlijk niveau als : "…er was ook een bij bij, en die vloog over de weg weg." Ik kan er meesmuilend over doen, maar het heeft me wel geïnspireerd te spelen met woorden en betekenissen ervan in een ongewoon licht te zien.

Wanneer ik ’s ochtends door een natuur gebied naar mijn werk fiets, word ik door het donker omhuld met stilte. Toch werken mijn zintuigen. Ik hoor hoe het gras kreunt onder de sneeuwlaag die het in een middag te verstouwen heeft gekregen en bijna niet kan dragen. Ik stel me voor hoe de sprietjes hun nekjes bijna breken van de zwaarte. Ik zie hoe de golfjes op de Zuiderplas steeds minder krachtig worden, alsof ze moe zijn van het opboksen tegen het oprukkende ijs. Ik denk zelfs, het water zal het wel koud hebben.

Als kind bracht ik zomers en winters door in de bergen. Ik klauterde omhoog en naar beneden, geen seconde stilstaand bij mogelijke gevaren. Zo hoort dat ook als kind. Maar nog steeds heb ik de kinderlijke overtuiging dat de natuur het beste met ons voor heeft. Dat de Tsunami van 2004 een foutje was, dat het nooit de bedoeling is geweest om mensen te laten bevriezen in sneeuwstormen of uitdrogen in de woestijn. Ik blijf hopen dat de natuur humaan is. Tegen beter weten in.

Humaan. Met respect voor de menselijke waardigheid. I’m only human zong The Human League. Born to make mistakes. Dat is het type mens waar ik nog wel in wil geloven.

In 1400 zag het humanisme reeds het licht. Terwijl de Kerk toen nog hot was. Humanisme als de filosofie die het concept van de mens als maat van alle dingen ziet. Waarin ieder mens recht heeft op zelfontplooiing door mondigheid. En dan begint het anno 2012 bij mij te kriebelen.

Immers al te vaak zie ik mensen niet het concept van de mens als maat der dingen nemen, maar veeleer zichzelf. De ‘doe eens normaal man’ affaire- ik zie er een grote carnavalshit in- is dit ten voeten uit. De een zegt wat hij wil, de ander doet het ook, de een vindt dat niet normaal, de ander de een niet. En zo bekvechten we verder. Waarmee de samenleving wordt tot een verzameling individuen die alleen het beste met zichzelf voor hebben, en niet meer met elkaar. De samenleving waarin we tegen elkaar zeggen: denk vooral aan jezelf, want als iedereen aan zichzelf denkt, wordt er aan iedereen gedacht…

Ik geloof sterk dat je zelf aan de lat staat om er iets van te maken in dit leven, begrijp me niet verkeerd. Maar wanneer je dat echt niet lukt, na veel vallen en vooral nog meer opstaan, verdien je als mens ook mededogen van je naasten. Omdat niet het individu de maat van alle dingen is, maar het concept mens. En daar horen we allemaal bij.

Ik blijf nog maar even geloven in de menselijkheid van de natuur. Bezorg ik de grassprietjes parapluutjes om droog te blijven en vul ik de Zuiderplas met warme kopjes thee.

Of zal ik gewoon eens normaal man doen en die naar mijn naasten brengen?