Zwerfafval
Fietsend door natuurgebied het Bossche Broek, op de terugweg
van werk naar huis, ben ik ze al enkele keren tegen gekomen. Moeder en dochter.
Moeder is leeftijd oma, dochter is leeftijd moeder. Het is moeilijk in te
schatten, hoewel de reclame ons vertelt dat buitenlucht ons jonger maakt, geldt
ook in dit geval dat te veel buitenlucht je oud doet lijken. Moeder oogt
tachtig, onder haar gebreide muts een hoofd vol rimpels, de ogen naar de grond
gericht, de rug gekromd, de voeten moe. De dochter is verweerd, haar rug is nog
recht, voor zover haar bagage dat toelaat. Ze wil zich nog niet laten kennen,
al is ze over vallen door deze eerste week van nachtvorst.
Het Bossche Broek is prachtig wanneer de avond valt. Het
licht is zacht roze, de vliegtuigstrepen vormen samen Japanse tekens waarvan ik
de betekenis alleen maar kan bedromen. Ganzen verzamelen zich aan de rand van
de Zuiderplas, deels in het water, deels op het vaste land, wachtend op Niels
Holgerson voor hun vlucht naar de zon. Het water weerkaatst in schimmige contouren
de file van de A2 die in de verte steeds langer wordt. Konijntjes spelen haasje
over. Zodra ze me op de fiets horen aankomen schieten ze van de ene naar de
andere kant van de weg. De natuur is zo zuiver, daarin hoort geen menselijk
leed. Moeder en dochter misstaan in het beeld.
Ik vind het een goede zaak dat de gemeente waarin ik woon
zich zorgen maakt over het zwerfafval dat door de straten waait. Ook de sportclubs
doen mee. De jeugd heeft corvee na de wedstrijd. Luid lachend gaan ze op pad
met plastic zakken, veger&blik en afvalgrijpers. Ze laten meer afval liggen dan
ze bij elkaar knijpen, maar alle besef helpt.
Mijn gemeente pakt de zaken stevig aan. Een heuse
reclamecampagne is opgetuigd om nog meer aandacht voor zwerfafval te creëren.
Een vuilnisbak met een dak erop moet de suggestie van een huis wekken. De
bijbehorende titel van de campagne is het klassieke plaatje-praatje, oftewel, je krijgt wat je ziet: “Ook zwerfafval heeft een
thuis”, zo luidt de slogan. In elk bushokje, op elk driehoeksbord, overal waar
ik kijk, zie ik die vuilnisbak met dat dak.
Ik maak mij zorgen. Hoe beïnvloed ik degene die ik
democratisch koos om het goede te doen? Als zwerfafval zelfs een thuis heeft, waarom
dan niet moeder en dochter?
Vandaag zag ik ze lopen in het dorp. Zoals altijd dochter
voorop met een grote boodschappentas aan de linkerhand, een kleinere om de schouder
en een weekendtas op wieltjes achter zich aan trekkend in haar rechterhand.
Moeder volgt op een halve meter afstand. De draagkracht is verdwenen, ze heeft
moeite om zelf vooruit te komen. De dochter houdt stil bij een bushokje en
maant haar moeder om even uit te rusten. Wanneer ze plaatsneemt zie ik hoe het bovenste
deel van de zwerfafval afbeelding nog net boven haar toont. De wrange twist van
het beeld dringt tot me door. Moeder
heeft even een dak boven haar hoofd.