maandag 4 november 2013

Hollands

In ons drukke leven is het concept van Slow al een tijdje in zwang. Ik heb er wel sympathie voor. Soms bereik je met stilstaan meer dan met hollen.

Een verplichte aanwezigheid bij een familiebijeenkomst poogde ik deze zomer te verzachten door de belofte van een bezoek aan de McDonalds. Hoewel de woordwaarde van een fastfoodrestaurant immens is, is mijn woordwaardering een stuk minder. Als food heb ik de hapklare van vet, suiker en zout voorziene bewust gedoseerde brokken die men hamburger noemt, nooit gezien. De plek waar je het eten nuttigt verdient de titel restaurant niet. 'Veredelde kantine' is meer op zijn plek voor de plastic dienbladen, dito stoeltjes en kartonnen verpakkingen. Bijzonder dat we onze neus ophalen voor de Aldi waar je ook het eten zelf uit dozen moet halen en we er bij MacDonalds Happy van worden.
Fast was het enige woord wat ik er aan snapte. Je bestelt, de serveerster geeft je een glimlach, draait zich om, trekt de BigMac uit het laatje, schept de frietjes erbij, en tapt de milkshake in eenzelfde beweging. Bij het betalen staat het al op je blaadje. Je wordt op je wenken bediend en krijgt er voor de kinderen nog een cadeautje bij bovendien. Althans, zo ging het in mijn beleving. Ik wist wat ik vroeg en wist wat ik kreeg.

Na de familiebijeenkomst heb ik op de weg naar huis alle A2 aangrenzende McDonaldsen met ons bezoek vereerd. En overal stonden mensen in rijen te wachten om te mogen bestellen. Lange rijen. De medewerkers achter de balie liepen geen seconde harder voor je. Ze stonden naar de menigte te kijken, wachtend op de keuken, hun schouders ophalend. Niet bezig met de klant, geen moeite doend om iets aan het proces te verbeteren waardoor de rijen zouden worden opgelost. Slow toepassen op het verkeerde moment, zo leek het.

Hollandse hoffelijkheid is een woord wat lekker allitereert, maar zelden gebruikt wordt. Hoffelijk wordt in Amerikaanse bedrijven als Disney als het hoogst haalbare goed beschouwd. Klantvriendelijkheid brengt je tevreden klanten, hoffelijkheid brengt je loyale klanten. Klanten die terug komen, die omrijden om bij jou te kunnen eten of verblijven. Wie het niet leuk vindt om hoffelijk te zijn, hoeft er niet te komen werken. Een simpele selectie methode.

Begin oktober had ik het voorrecht om in New York te zijn. De stad der steden en op elke hoek wat te eten. Ongeacht hoe onbenullig de voedselkraam, hoffelijk zijn New Yorkers als geen ander. Ze weten je het gevoel te geven dat jouw bezoek aan hun tent hun dag maakt. Een extra kopje koffie, een tweede brownie omdat de eerste wel erg klein is uitgevallen. Het is maar om een reden niet raadzaam er te willen wonen, en dat is je lijn.

Nederlanders vinden klantgericht zijn al moeilijk, laat staan dat ze zichzelf te buiten zullen gaan om jou te helpen. Het zit op een of andere manier niet in onze cultuur. Hollandse horkerigheid lijkt ons meer te passen. Concepten kopiĆ«ren die hoffelijkheid en aandacht vragen, pakken dan ook slecht uit. Lange rijen, weg loyaliteit. We hebben de McDonalds links laten liggen en zijn uiteindelijk bij de Chinees op de hoek beland.

In New York zag ik het beste van twee werelden bij elkaar komen. Het slow concept is daar uiteraard gemeengoed. Maar omdat New Yorkers nu eenmaal drukdrukdruk zullen blijven, besloot een slimme ondernemer het Fast Slow Food restaurant te open. Geen rij, alles vers, geen toegevoegde suikers, biologisch verantwoord. Hoffelijk en snel, met een glimlach en een brown paper bag, ontving ik mijn slowste en gezondste voeding.

Ik vrees de dag dat het eerste filiaal in Nederland wordt geopend.