Punt
Ik heb er een punt achter gezet.
‘Good for her’, zouden mijn Amerikaanse Mormonenvrienden zeggen. ‘What was she thinking?!’
‘Wat jammer nou toch’, zeggen mijn schrijfgenoten, ‘ze was al zo ver.’
‘Als de blogs maar doorgaan’, zeggen mijn stille bezoekers, ‘dan heb ik wat te lezen op vrijdag.’
‘Groot gelijk, kan ze eindelijk eens echt gaan genieten en vakantie vieren de rest van de tijd’, zegt iedereen die denkt dat schrijven saai is.
Ik heb er een punt achter gezet. Achter mijn laatste woord, op de laatste regel van de laatste bladzijde… Een gejuich stijgt op en verstomt onmiddellijk na de volgende toevoeging: ..van de eerste versie.
Het heeft me 31 schrijfdagen, 89.118 woorden en 228 bladzijdes gekost. Om over het BloedZweet&Tranen gehalte (elke zaterdagavond, de BZT show: een herinnering aan stuif es in en klassenwerk maar dan anno 2009. Als je vader het antwoord niet weet krijgt hij een bak stront over zijn hoofd. Daar doet de jeugd van tegenwoordig niet moeilijk over) nog maar niet te spreken, noch over de fantastische halleluja momenten die ik in mijn uppie beleefd heb.
De euforie van de laatste punt duurde ongeveer net zo lang als die bij de start van mijn sabbatical (ref. mijn blog 50.000). Een krap half uur. Toen begon de onrust, de onzekerheid en de twijfel. Het was een verhaal van niks, een bouquetreeks had diepgang vergeleken bij deze sleezy story. De druk op de verzenden knop naar mijn twee tegenlezers heb ik met afgewend hoofd gedaan en als mijn geliefde zegt: ‘nu begin ik aan jouw verhaal’, tover ik weer een nieuwe Stieg Larsson uit de bibliobus. ‘Lees deze eerst nog even!’ Kortom, ik pis in mijn broek. Nu al, wat moet dat worden als ik dit ding echt een keer een harde kaft geef en het besproken wordt in het lokale sufferdje?
Terug op aarde met die benen. Die punt krijgt het nog zwaar. Dat heb ik ‘m al ingefluisterd. Voor hij het weet gaat hij een pagina naar voren, twee naar achteren, vier alinea’s omhoog, anderhalve omlaag. Hij die dacht het laatste woord te hebben leert dat een ander woord met die eer gaat strijken en de bijbehorende punt ziet zichzelf gedegradeerd tot zomaar een punt op zomaar een pagina. Voor zolang het voor die nieuwe eindpunt weer duurt. Een ander woord zal zijn punt willen maken een volgende regel zal puntiger moeten worden om de aandacht vast te willen houden.
Zucht. Dit is het moment waarop ik mijn eigen blogs terug lees op zoek naar mijn bioritme, mezelf “volhouden” ga toeroepen en het adagium schrijven is schrappen dapper ga toepassen. God, Mormoons of niet, sta me bij. De laatste tijdelijke punt mag gezet zijn, het zal nog wel even duren voordat we aan mijn verhaal een puntje kunnen zuigen.
PS: sinds het schrijven van deze blog, begin deze week, is de punt al verschillende keren verzet. Terug naar pagina 215, weer vooruit naar 218. Zijn we van 89000 woorden terug naar 82000. Waar even het woord ‘gerealiseerd’ met de laatste eer ging strijken, moest het die afstaan aan ‘gezorgd’. Kill your darlings en de laatste twee pagina’s verdwijnen integraal. 216. Wordt vervolgd.
‘Good for her’, zouden mijn Amerikaanse Mormonenvrienden zeggen. ‘What was she thinking?!’
‘Wat jammer nou toch’, zeggen mijn schrijfgenoten, ‘ze was al zo ver.’
‘Als de blogs maar doorgaan’, zeggen mijn stille bezoekers, ‘dan heb ik wat te lezen op vrijdag.’
‘Groot gelijk, kan ze eindelijk eens echt gaan genieten en vakantie vieren de rest van de tijd’, zegt iedereen die denkt dat schrijven saai is.
Ik heb er een punt achter gezet. Achter mijn laatste woord, op de laatste regel van de laatste bladzijde… Een gejuich stijgt op en verstomt onmiddellijk na de volgende toevoeging: ..van de eerste versie.
Het heeft me 31 schrijfdagen, 89.118 woorden en 228 bladzijdes gekost. Om over het BloedZweet&Tranen gehalte (elke zaterdagavond, de BZT show: een herinnering aan stuif es in en klassenwerk maar dan anno 2009. Als je vader het antwoord niet weet krijgt hij een bak stront over zijn hoofd. Daar doet de jeugd van tegenwoordig niet moeilijk over) nog maar niet te spreken, noch over de fantastische halleluja momenten die ik in mijn uppie beleefd heb.
De euforie van de laatste punt duurde ongeveer net zo lang als die bij de start van mijn sabbatical (ref. mijn blog 50.000). Een krap half uur. Toen begon de onrust, de onzekerheid en de twijfel. Het was een verhaal van niks, een bouquetreeks had diepgang vergeleken bij deze sleezy story. De druk op de verzenden knop naar mijn twee tegenlezers heb ik met afgewend hoofd gedaan en als mijn geliefde zegt: ‘nu begin ik aan jouw verhaal’, tover ik weer een nieuwe Stieg Larsson uit de bibliobus. ‘Lees deze eerst nog even!’ Kortom, ik pis in mijn broek. Nu al, wat moet dat worden als ik dit ding echt een keer een harde kaft geef en het besproken wordt in het lokale sufferdje?
Terug op aarde met die benen. Die punt krijgt het nog zwaar. Dat heb ik ‘m al ingefluisterd. Voor hij het weet gaat hij een pagina naar voren, twee naar achteren, vier alinea’s omhoog, anderhalve omlaag. Hij die dacht het laatste woord te hebben leert dat een ander woord met die eer gaat strijken en de bijbehorende punt ziet zichzelf gedegradeerd tot zomaar een punt op zomaar een pagina. Voor zolang het voor die nieuwe eindpunt weer duurt. Een ander woord zal zijn punt willen maken een volgende regel zal puntiger moeten worden om de aandacht vast te willen houden.
Zucht. Dit is het moment waarop ik mijn eigen blogs terug lees op zoek naar mijn bioritme, mezelf “volhouden” ga toeroepen en het adagium schrijven is schrappen dapper ga toepassen. God, Mormoons of niet, sta me bij. De laatste tijdelijke punt mag gezet zijn, het zal nog wel even duren voordat we aan mijn verhaal een puntje kunnen zuigen.
PS: sinds het schrijven van deze blog, begin deze week, is de punt al verschillende keren verzet. Terug naar pagina 215, weer vooruit naar 218. Zijn we van 89000 woorden terug naar 82000. Waar even het woord ‘gerealiseerd’ met de laatste eer ging strijken, moest het die afstaan aan ‘gezorgd’. Kill your darlings en de laatste twee pagina’s verdwijnen integraal. 216. Wordt vervolgd.
Labels: schrijfsabbatical