Latent talent
Laatst hoorde ik Kees Gabriels spreken over talenten. Niet wat je doet maakt je talent, maar de
manier waarop je iets doet. Het hoe. Dus niet een super spits zijn is je talent
(of je nu in een zwart of oranje shirt van Engeland wint), maar kansen zien
en benutten, of openingen creëren. Volgens Gabriels zou je het in één woord
moeten kunnen vangen. Kanspakker.
Gaatjesmaker.
Het geeft de voetballer moed, deze invalshoek van talenten.
Immers na je 32e kun je nog steeds een kanspakker zijn, zij het op
een ander terrein. Maakt ook meteen duidelijk dat die voetballertjes niet zo
schandalig veel hoeven te verdienen. Immers die kanspakcarrière eindigt niet
meer vijfendertig jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd.
Recent las ik bovendien een boek over Voice Dialogue. ‘Ik
ken mijn ikken’. Het gaat uit van de gedachte dat je meerdere ikken in jezelf
herbergt. We worden geboren met niet meer dan het innerlijke kind in ons. Maar
de tand des tijds doet ons ikken vormen die minder puur zijn. Pushers en pleasers, levensgenieters en perfectionisten,
autonomen en helpers. Allemaal deel-ikjes die in je zitten. Allemaal
waardevol…op zijn tijd.
Zodra mijn talent niet meer latent is, zou ik wensen dat
mijn talent-ik veel op de voorgrond treedt. Wanneer al mijn deel ikjes in een
bus zitten op de reis die mijn leven heet, mag de talent-ik maximaal achter het
stuur. Reistijdenwet of niet. Preciseren
is mijn talent niet.
Ervoor zorgen dat die talent-ik ook daadwerkelijk het stuur
kan grijpen, en niet verbannen wordt naar de kofferbak, noemen ze het talent
managen. Het zijn voor mij twee woorden die eigenlijk niet in een zin
thuis horen. Talent draagt uniciteit in zicht, oorspronkelijkheid. Managen is een doodgeslagen woord dat meteen doet denken aan
balance score cards, bisnis-modellen en mannen in pakken. Ja, nog steeds.
In de encyclopedie is de eerste betekenis van managen: ‘het
handig voor elkaar krijgen.’ De wereld globaliseert maar Nederlands blijft een
mooie taal. En om in de gedachte van Gabriels te blijven zoek ik ook voor
managen naar één Nederlands woord. Ritselen? Regelen? Handigerd?
Ik kies voor een woord dat stamt uit het Bargoens, de
door dieven gebruikte geheimtaal in de eerste helft van de 20e eeuw.
In zijn oorspronkelijke betekenis staat het voor straf hebben, zitten. Zo voelt
helaas menig manager zich in zijn baan. Tegenwoordig wordt het maar beperkt
gebruikt, maar het zegt wat het is. Sjeffen.
Mijn sjef-ik zit naast mijn talent- ik in de bus en geeft af
en toe die tip om extra het gaspedaal in te drukken. Zo sjef ik mijn talent
naar grote hoogte.
Maar vooralsnog is het een anagram. Dat talent.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage