zondag 23 mei 2010

Parkeren

Ik hoorde Thomas Rosenboom eens vertellen dat hij vooral veel wandelt als hij schrijft. Of liever gezegd, voordat hij gaat schrijven wandelt hij zo’n twee jaar met een idee rond. Ik heb twee weken gewikt, gewandeld en gewogen en wist toen genoeg: mijn verhaal rammelt. Het is een pijnlijke constatering, ongetwijfeld klassiek in schrijversprocessen. Vrolijk word ik er allerminst van.

De rammelaar zit in de essentie van het verhaal. De kurk waar het nu op drijft is de Mormoonse samenleving. Boeiend, zou Hans Teeuwen op een toon zeggen waarvan je voelt dat hij eigenlijk de ‘d’ wil inslikken. En gelijk heeft hij. De Vliegeraar heeft duizenden mensen weten te boeien, dezelfde duizenden die een grondige afkeer hebben van de islam. Waarom? Omdat de Vliegeraar in essentie niet over de islam gaat, maar over een vriendschap tussen twee jongens. Toevallig of niet tegen de setting van een Afghaanse samenleving.

Het is duidelijk. Het wordt tijd dat ik een heuse whodunit ga schrijven. Waarin toevallig Mormonen een rol spelen die zo een extra element toevoegen. Acuut val ik in een Ideeën Block. Wie gaat de moord onderzoeken? Het lijstje begint met politie en eindigt met recherche. Boeiend. Zelfs mijn wildste gedachten brengen me niet verder dan de buurman of een moeder van de zus van de dochter van het slachtoffer. Ga vooral niet zo door.

Ik besluit het te parkeren. Neurolinguistisch programmeren leert dat er in je onderbewustzijn van alles gaat werken op het moment dat je het loslaat. Om mijn vingers te blijven trainen, ga ik na ruim twintig jaar stem geven aan het meisje dat een jaar naar Amerika vertrok. Niet “oh nee toch niet waar gebeurd” Maria Mosterd na de maaltijd style. Nee, ik kies voor fictie afkomstig uit mijn archief vol fantasie, ervaringen, belevingen en zintuiglijke waarnemingen. Ik noem het ‘ Geschrapte herinneringen’. Na terugkomst vertellen alle uitwisselingsstudenten alleen maar hoe geweldig de ervaring is geweest. Het levert ze vriendschappen voor het leven en kansen op banen op. Predicaten als zelfstandig, ondernemend en durf blijven een leven lang aan je hangen. En ze zijn waar. Maar er is ook nog een andere kant. De geschrapte herinneringen die nooit verteld worden. Ik start een feuilleton.

Ontmoet Anouk. Volgende week.

2 reacties:

Blogger kees scheepens zei...

Goedemorgen Hanneke!
Met belangstelling Parkeren gelezen. Was even bang bij deze aanhef dat het zou gaan om een politiek 'issue' (aparte parkeervakken voor vrouwen, verwijfden, invaliden en wildersgangers); maar dat viel mee. Want ik ben al weer helemaal klaar met de politieke discussies. Tob nu maar over één vraag: als ik VVD stem krijgen we dan een première? en zo ja, gaat die dan hel hele Catshuis overhoop halen. Zit niet te wachten op nóg een binnenbrand. Maar neen, het gaat over het idee voor Het Boek. Had als trouwe fan van jouw pennenvruchten al wat inside information. Dus was niet helemaal verrast. Maar de Hamvraag wordt natuurlijk of men dit bij het Waterschap al weet. Ik kan mij namelijk voorstellen dat er nu weer een reces of sebattical aankomt van misschien wel zes maanden. En, ja ik kijk ook maar naar mezelf, gaat het dan goed met het water hier. Want jij bent toch mijn Waterhoofd. Niet W.A. van Oranje dus.
Kortom: wat nu?

ps is pennenvrucht nou met of zonder? ik heb geen correctieprogramma in dit vakje.

26 mei 2010 om 07:49  
Blogger Hannekeschrijft zei...

Pennenvrucht is hoe dan ook een bijzonder woord. Pennen baren geen vruchten, hooguit woorden die ideeen zijn die vruchtbaar zijn. Maar altijd met een laag vitamine C gehalte. Dus ik zou de regel: "als het meervoud is, dan met een 'n'" (het pannenkoekenhuis op het weteringcircuit in amsterdam heet nog steeds pannekoekenhuis, alsof de koeken panne hebben), die regel, zou ik negeren. Pennen hebben geen vruchten. En over penne gesproken, dat doet dan weer fijn vakantie, Italiaans aan. Pennevrucht it is.

26 mei 2010 om 10:53  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage