Klem
Mijn vergadering in Den Haag was goed verlopen. We waren nauwelijks uit de tijd gelopen en ik had goede hoop. Goede hoop op weinig file en dus de kans om nog even langs Zoetermeer te rijden. Want in Zoetermeer staat de enige Mormoonse tempel die Nederland rijk is. De wat? De tempel van de Mormonen. Mormonen zijn christenen, maar wel een apart slag. Ze geloven dat in het hiernamaals ze zelf god van een planeet kunnen worden. Daar zet je toch bijna een uitroepteken achter (..) Ik heb in mijn schrijfcursussen geleerd dat al te veel gebruik van schrijftekens je tekst niet ten goede komt. Ik houd me dus in.
Om god te worden leven ze gezond, althans, geen sex voor het huwelijk, geen alcohol of nicotine, geen koffie of thee en niet vloeken. Ik woonde een jaar als uitwisselingsstudent in een Mormoons gezin, in een Mormoons dorp. Alles Mormoons, behalve de eetgewoonte. Standaard Amerikaans: de befaamde hamburgers waren ook daar niet van tafel te slaan. Ik was zestien, had net heupen en leerde in no time Cheese and Rice te zeggen in plaats van Jesus Christ, of Darn in plaats van Damn. Ik was de enige niet-mormoon op de hele school en daarmee een bezienswaardigheid. Geen fijne gewaarwording. Die Mormoonse levenswijze en de beklemmende sociale controle waarmee het omgeven is, speelt door mijn fictie verhaal. Nog steeds heb ik die achterflap tekst niet paraat, maar ik begin zinnetjes te formuleren.
Hoe het ook zij, de Mormonen kennen kerken, maar ook heilige tempels. In de VS staan er meerderen, Nederland kent er een, sinds 2002. In Zoetermeer. Je vraagt je af wie dat bedacht heeft. Ik stel me zo voor dat een kerkelijk leider ergens achter een bureau in Salt Lake City geblindoekt als een ezeltje prik zijn vinger over de kaart van Nederland heeft laten gaan en pof, laten neerkomen op Zoetermeer. Zoetermeer steeds ondernemend- zo is de gemeentelijke slogan, nou dat moet je ze nageven. Een hele onderneming om een Mormoonse tempel binnen je gemeente grenzen te willen bouwen. Met een grote gouden engel op de top en verboden toegang zelfs voor ongetrouwde mormonen. Alleen zij die in de tempel hun huwelijk voor in de eeuwigheid bezegelen zijn er welkom.
Die tempel, die mij vervloekt voor het in zonde samenwonen, wilde ik na mijn Haagse vergadering bezoeken. Al was het alleen maar even kijken, voelen, hoe dat ding erbij stond. Wat kleine notities te maken en de beklemming om mijn lijf te voelen.
Ik starte mijn net nieuwe, tweedehands Landrover in de nauwe parkeergarage. Zette de lichten aan en keek hoe een collega soepel de bocht om draaide. Ik zette de pook in z’n achteruit en kwam met een kraak tegen een dikke paal tot stilstand. CheeseRiceDarnShoot en Heck. De achterklep van mijn auto flink in de prak. Weg tempel behoefte. De nauwe garage had voor genoeg beklemming gezorgd.
Om god te worden leven ze gezond, althans, geen sex voor het huwelijk, geen alcohol of nicotine, geen koffie of thee en niet vloeken. Ik woonde een jaar als uitwisselingsstudent in een Mormoons gezin, in een Mormoons dorp. Alles Mormoons, behalve de eetgewoonte. Standaard Amerikaans: de befaamde hamburgers waren ook daar niet van tafel te slaan. Ik was zestien, had net heupen en leerde in no time Cheese and Rice te zeggen in plaats van Jesus Christ, of Darn in plaats van Damn. Ik was de enige niet-mormoon op de hele school en daarmee een bezienswaardigheid. Geen fijne gewaarwording. Die Mormoonse levenswijze en de beklemmende sociale controle waarmee het omgeven is, speelt door mijn fictie verhaal. Nog steeds heb ik die achterflap tekst niet paraat, maar ik begin zinnetjes te formuleren.
Hoe het ook zij, de Mormonen kennen kerken, maar ook heilige tempels. In de VS staan er meerderen, Nederland kent er een, sinds 2002. In Zoetermeer. Je vraagt je af wie dat bedacht heeft. Ik stel me zo voor dat een kerkelijk leider ergens achter een bureau in Salt Lake City geblindoekt als een ezeltje prik zijn vinger over de kaart van Nederland heeft laten gaan en pof, laten neerkomen op Zoetermeer. Zoetermeer steeds ondernemend- zo is de gemeentelijke slogan, nou dat moet je ze nageven. Een hele onderneming om een Mormoonse tempel binnen je gemeente grenzen te willen bouwen. Met een grote gouden engel op de top en verboden toegang zelfs voor ongetrouwde mormonen. Alleen zij die in de tempel hun huwelijk voor in de eeuwigheid bezegelen zijn er welkom.
Die tempel, die mij vervloekt voor het in zonde samenwonen, wilde ik na mijn Haagse vergadering bezoeken. Al was het alleen maar even kijken, voelen, hoe dat ding erbij stond. Wat kleine notities te maken en de beklemming om mijn lijf te voelen.
Ik starte mijn net nieuwe, tweedehands Landrover in de nauwe parkeergarage. Zette de lichten aan en keek hoe een collega soepel de bocht om draaide. Ik zette de pook in z’n achteruit en kwam met een kraak tegen een dikke paal tot stilstand. CheeseRiceDarnShoot en Heck. De achterklep van mijn auto flink in de prak. Weg tempel behoefte. De nauwe garage had voor genoeg beklemming gezorgd.
Labels: schrijfsabbatical
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage