Over voorstellen, kruiwagens en verbouwingen
Het is tijd voor de voorstelling. Ik sta in de coulissen en repeteer nog een keer mijn tekst. Daar moet ik het van hebben, van mijn woorden. Acteertalent bezit ik niet. Mijn gezicht schijnt boekdelen te spreken. Ik heb regelmatig overwogen een dictafoon tegen mijn hoofd te houden. Opnemen van de delen die gesproken worden, uittypen en de eerste trilogie is een feit.
Tijd dus om me voor te gaan stellen. Al was het maar om de onzekerheid over wie het gaat doen weg te nemen: wordt het ikzelf of wordt het de uitgeverij die mijn verhaal aan de drukpers gaat aanbieden?
Uitgeverijen vallen maar langzaam van hun voetstuk in Nederland. De opkomst van printing-on-demand (zeg maar de versie ‘ik’ van de drukpers hierboven) en e-reading zorgen ervoor dat er ook een leven is voor de wanna-be-schrijver ná afwijzing door een uitgever. Maar tot dat moment zijn ze God en de Duivel in een voor jou en je manuscript. Een afwijzing is hel, een acceptatie hemels.
Ik had het hele internet afgescrolld op zoek naar de juiste uitgever voor mijn ja/nee reli-thriller. Voor de zekerheid had ik er meer dan een gekozen. Wed nooit op één rendier. Ik schreef hen aan volgens instructie: Geachte redactie (lekker persoonlijk) en wilde mijn inmiddels ingekorte verhaal (van 228 naar 207 pagina’s, 10.000 woorden professioneel geëlimineerd) integraal meesturen.
Ho! Stop! De uitgever wilde niet meer dan 50 pagina’s zien. Maar die moesten dan wel vergezeld gaan van een boekproposal. Een wat? Een boeksamenvatting. Met één klap was ik terug op mijn middelbare school. Boeksamenvattingen maakte je bij voorkeur niet zelf, die las je ter vervanging van het echte boek. Niet ik hoor juf, echt niet. Een onschuld die ik tegenover de wiskundeleraar niet vol had kunnen houden, ware er zo’n rekenhulp geweest.
Een boekvoorstel. Cluedo uit de kast. Het viel me niet mee. Waarom schrijf je, wat is het decor, de omvang, het genre. En niet te vergeten, wie ben ik. Geen geklets over studie en werkervaring, nee, publicatiebewijzen! Oeps. Ik had niet meer dan een ‘ik’ in de NRC (120 woorden maximaal) en een six word story op de website van Nightwriters. .126 woorden tops. Vijfentwintig proppen, en twee weken later, was ik klaar.
De wereld is er een van kruiwagens. Kenneksies. Mijn cursus bij de literaire makelaar van Nederland is er zo een. Als zij het wat vinden, kunnen zij je wellicht aan een uitgever helpen. Elke week struikelen ze over de manuscripten waarover het Salomon’s oordeel geveld wordt. Ik neem me voor het vanavond op te sturen. Heilige abend. Misschien dat het kindeke er zijn zegen over geeft.
Dan word ik overvallen. Door een echte nachtbrakernacht. Drie uur, klaarwakker. De opmerkingen van mijn tegenlezers en mijn geliefde over ‘De laatste dag’ schieten door mijn hoofd. De eerste helft is minder dan de tweede. Doe er iets aan. Ik loop naar beneden, haal het kerstkind van onder de boom en bekijk het eens goed. Een verbouwing is op zijn plaats. Ik begin te typen. Niets lekker vrij tussen kerst en oud&nieuw. Hoop dat ik het haal, voor mijn laatste dag.
Fijne kerst!
Tijd dus om me voor te gaan stellen. Al was het maar om de onzekerheid over wie het gaat doen weg te nemen: wordt het ikzelf of wordt het de uitgeverij die mijn verhaal aan de drukpers gaat aanbieden?
Uitgeverijen vallen maar langzaam van hun voetstuk in Nederland. De opkomst van printing-on-demand (zeg maar de versie ‘ik’ van de drukpers hierboven) en e-reading zorgen ervoor dat er ook een leven is voor de wanna-be-schrijver ná afwijzing door een uitgever. Maar tot dat moment zijn ze God en de Duivel in een voor jou en je manuscript. Een afwijzing is hel, een acceptatie hemels.
Ik had het hele internet afgescrolld op zoek naar de juiste uitgever voor mijn ja/nee reli-thriller. Voor de zekerheid had ik er meer dan een gekozen. Wed nooit op één rendier. Ik schreef hen aan volgens instructie: Geachte redactie (lekker persoonlijk) en wilde mijn inmiddels ingekorte verhaal (van 228 naar 207 pagina’s, 10.000 woorden professioneel geëlimineerd) integraal meesturen.
Ho! Stop! De uitgever wilde niet meer dan 50 pagina’s zien. Maar die moesten dan wel vergezeld gaan van een boekproposal. Een wat? Een boeksamenvatting. Met één klap was ik terug op mijn middelbare school. Boeksamenvattingen maakte je bij voorkeur niet zelf, die las je ter vervanging van het echte boek. Niet ik hoor juf, echt niet. Een onschuld die ik tegenover de wiskundeleraar niet vol had kunnen houden, ware er zo’n rekenhulp geweest.
Een boekvoorstel. Cluedo uit de kast. Het viel me niet mee. Waarom schrijf je, wat is het decor, de omvang, het genre. En niet te vergeten, wie ben ik. Geen geklets over studie en werkervaring, nee, publicatiebewijzen! Oeps. Ik had niet meer dan een ‘ik’ in de NRC (120 woorden maximaal) en een six word story op de website van Nightwriters. .126 woorden tops. Vijfentwintig proppen, en twee weken later, was ik klaar.
De wereld is er een van kruiwagens. Kenneksies. Mijn cursus bij de literaire makelaar van Nederland is er zo een. Als zij het wat vinden, kunnen zij je wellicht aan een uitgever helpen. Elke week struikelen ze over de manuscripten waarover het Salomon’s oordeel geveld wordt. Ik neem me voor het vanavond op te sturen. Heilige abend. Misschien dat het kindeke er zijn zegen over geeft.
Dan word ik overvallen. Door een echte nachtbrakernacht. Drie uur, klaarwakker. De opmerkingen van mijn tegenlezers en mijn geliefde over ‘De laatste dag’ schieten door mijn hoofd. De eerste helft is minder dan de tweede. Doe er iets aan. Ik loop naar beneden, haal het kerstkind van onder de boom en bekijk het eens goed. Een verbouwing is op zijn plaats. Ik begin te typen. Niets lekker vrij tussen kerst en oud&nieuw. Hoop dat ik het haal, voor mijn laatste dag.
Fijne kerst!
Labels: schrijfsabbatical
4 reacties:
Hé die Hanneke,
"Hoe leidt jouw kindeke hier in de kou...?". Ik kan me voorstellen dat nu jouw 'ledekens beven', op zoek zijnde naar een uitgever. Weet je, ik zal af en toe even met Hierboven communiceren, kijken of Hij interesse heeft in een goed boek en zo via een goede uitgever jouw kerstkindje op de wereld zet.
Fijne feestdagen.
Groetjes
Wim
er was eens een uitgever uit Wijnen
die liet zelden een boek verschijnen
de ene keer was het te literair
en dan weer vond ie het te ordinair
en zo wist ie in zijn eentje te boekenbranche te ondermijnen
Heel knap dat je doorzet. Ook al haal je het niet voor de laatste dag van je sabbatical, de dag van de laatste pagina zál aanbreken! Succes, Felix Monter
Hup Hanneke, laat je door niemand meer stoppen, want:
Er was eens een dame uit Vught
die vond de uitgeverswereld een klucht.
Ze trok een lange neus
en gaf zelf haar boek uit, ja heus!
Zo werd zij beroemd en in uitgeverskringen berucht.
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage